Comments by "" (@ewoutyolo) on "Kasper C. Jansen"
channel.
-
O help! Een comment in “HET JURIDISCH!”. Kasper C. Jansen – bekend van de Snijtafel – waarschuwde me al dat hij vrijgeleide A-38 niet heeft weten te bemachtigen en daarom eigenlijk geen Juridisch mag spreken over de AVG. Kasper heeft vanwege de vele likes op je comment daarom een Akte van Vertlatinghe jegens mij opgesteld. De aanhef is “ zo waarlijk dope mij Jezus van Nazareth, Saluut!” Maar we moeten ook verder kijken. Diepgang. Ik hou hierbij jou - maar ook de andere commenters – daarom graag de kern van de akte voor:
“1.1 Herhaaldelijke, pertinent onheuse bejegening Hoogheid en getrouwen in functie en daarbuiten door slecht gemotiveerde uitlatingen te doen over de AVG;
1.2 Schriftelijke en mondelinge subversie van algemeen eerbaar burgerschap (A.E.B.) en de voorbatelijke protectie van ambtsgenoten bij gebrek aan zwaarwegend gewetensleed;
1.3 Het Nederlands recht is van toepassing, met dien verstande dat er géén kader is en de hier ingeroepen bepalingen uitsluitend zien op de heer Jansen en getoetst mogen worden aan 'wet noch morael noch rede' (Wilhelmus, geheim couplet 56)
* Dit is een vertaling van de oorspronkelijke Akte, opgesteld in het Juridisch. Een gedoopte tolk kan inzage krijgen in de oorspronkelijke akte na het doorstaan van de Drie Proeven van Heusheid.”
Voor vragen over de akte wil ik graag eerst een drievoudige verzendontvangstbevestiging ontvangen.
Nu dan verder in het JURIDISCH over deze geweldige AVG-comment! Veel dank! Het klinkt heel raak en komt op leken - vrees ik - heel deskundig over, maar het is natuurlijk inconsequente wartaal, omdat ik altijd gelijk heb en jij niet.
Het is voor "gepassioneerde privacy-juristen" vaak lastig onderscheid te maken tussen de eigen mening en het recht. Als het recht toevallig hetzelfde zegt als je eigen mening is dat echter eerder een reden om nog eens te kijken of je wel goed zit dan om tevreden te zeggen: “Mijn mening is toevallig ook het recht”.
Ten eerste: je wijst in de kern op de art. 29 working party guidelines als het gaat om nadere eisen aan de toestemming van werknemers. De art. 29 werkgroep (working party) is niets minder - en ook niets meer - dan een overleg tussen ambtenaren.
Oncontroleerbare ambtenaren vind ik echter geen party! Privacy-ambtenaren mogen natuurlijk met elkaar gaan feesten tot ze een ons wegen, maar alleen wat daadwerkelijk democratisch is vastgesteld, is verbindend. In de video beroepen wij ons echter ook op de verzamelde Europese toezichthouders; die inmiddels geen werkgroep meer zijn, maar een Privacy Board! Voor het gezaghebbende rechtsgeleerd magazijn Advocatie schreef ik eens dat die naamsverandering in feite doodeng is. In het Juridisch is het immers eigenlijk heel griezelig als ambtenaren, die gewoon maar een beetje met elkaar zitten te vergaderen, plots nieuwe regels kunnen afkondigen. Niet alleen is er dan geen enkele democratische legitimatie voor dat soort regels, maar veel erger nog: Hugo en Willy hebben dan niet eens iets afgetekend. Het is dus geeneens niet een AMvB!!!! Het is een beetje alsof Europa daadwerkelijk wordt ingericht volgens de angstdromen van Thierry Baudet; waarin bureaucraten uit Brussel belangrijker zijn dan de rechter of het parlement. Zie hier mijn slecht gemotiveerde opvatting daarover:
https://www.advocatie.nl/column/let-op-deze-column-is-binnenkort-van-kracht-bent-u-er-klaar-voor/
Maar goed dat is dus mijn eerste tegenwerping: ambtenaren zijn geen bestuurders!
Maar OK. Niet alles kan uitgelegd in zo’n video en we mogen er best vanuit gaan dat de gezamenlijke Europese toezichthouders opvattingen over de AVG verkondigen, die tenminste in officieel JURIDISCH te verdedigen zijn. Maar als je werkelijk zo gelooft in de geweldige mening van ongecontroleerde ambtenaren dan moet je primair het met ons eens zijn dat werkgevers meer ruimte hebben dan jij wilt! De recente specifieke opvatting van onze oncontroleerbare privacy-bestuurders over werknemers en corona; waar je het niet mee eens bent, gaat immers boven de algemene bedenkingen over toestemming van toen de ambtenaren nog een werkgroep vormden. Wij mogen die laatste - meest recente - opvatting best voorlezen; daar is niets onjuist aan.
Overigens: het is helemaal niet juist dat werknemers geen toestemming kunnen geven aan werkgevers in het kader van de AVG. De werkgroep heeft juist gezegd dat dit wel kan! De werkgroep heeft in feite gezegd daarover dat het wel echt om vrije toestemming moet gaan. In een hiërarchische relatie zijn daar vraagtekens bij te plaatsen. De werkgroep stelt dat van belang is of de werknemer i) een echte keuze heeft (ii) zich niet min of meer gedwongen voelt om toestemming te geven of (iii) niet geconfronteerd kan worden met nadelige consequenties als de toestemming zou worden onthouden. Dit is allemaal nog - redelijke - uitleg van het begrip toestemming. Het is echter uitleg, die de rechter - totaal - niet bindt. De ambtelijke feest-opmerking over dat hierarchische relaties in beginsel aan vrije toestemming in de weg staan, voert - denk ik - veel te ver. De rechter kan gewoon aan de slag met het begrip toestemming uit de AVG en vaststellen of werkelijk sprake is van toestemming; rekening houdend met alle omstandigheden van het geval. De werkgroep kan geen bewijsvermoedens in het recht introduceren. In de Nederlandse rechtszaal zal een werknemer, die stelt dat zijn toestemming in feite geen vrije toestemming was, de bewijslast moet dragen voor een dergelijke stelling of oncontroleerbare ambtenaren dat nu leuk vinden of niet.
Kasper stelt verder gewoon vast dat in 1 van de uitzonderingen voor werkgevers, waarbij geen toestemming nodig is om persoonsgegevens te verwerken, niet alleen re-integratie staat, maar ook "begeleiding in verband met ziekte". Daar kan je privacy-hart wellicht niet harder van gaan kloppen, maar het is niet onjuist om voor te lezen.
Over het gebrek aan wettelijke grondslag dat je constateert, denk je - denk ik - te ingewikkeld. Zoals we ook met de grondwet laten zien, kunnen vrij algemene bepalingen dienen als grondslag. Kijk bijvoorbeeld eens in een uitspraak waarin overdreven AVG-onzin van een werknemer resoluut wordt afgewezen (ECLI:NL:RBAMS:2019:2166). Ik vrees dat het een uitspraak is waar “privacy-juristen” het vermoedelijk niet zo mee eens zullen zijn, omdat wie kiest voor privacy als specialisatie nu eenmaal geneigd is dat belang zwaarder te wegen dan de rechter, die wel naardere dingen voorbij ziet komen dan een werknemer met geschonden privacy. Opvallend is dat de rechter sterk meeweegt dat de werkgever op grond van artikel 3 Arbowet de verplichting heeft om zorg te dragen voor de veiligheid en gezondheid van werknemers inzake alle met de arbeid verbonden aspecten en op grond van 7:611 BW (goed werkgeverschap) gehouden is om maatregelen te treffen indien hij vermoedt dat sprake is van grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer. Alle vorderingen van de werknemer werden afgewezen. Vond jij die uitspraak terecht?
Hoe dan ook: ik hou staande dat werkgevers een goede kans maken om vrije toestemming te vragen of zich met succes op een bijzondere uitzondering te beroepen. Echter: we bespreken in de kern wat Hugo zegt en of dat klopt. Wil jij in dat verband nu werkelijk beweren dat er “geen registraties zijn” van bijzondere persoonsgegevens of dat de AVG ook maar iets strengs zegt over werknemer-werkgever relaties of dan pas in werking treedt? Wil je ontkennen dat de werkgever juist tal van extra uitzonderingen heeft ten opzichte van de kroegbaas en dus makkelijker – en niet moeilijker – onze privacy kan schenden? Welke concrete juridische uitlating van ons klopt er nu eigenlijk niet?
15
-
7
-
7
-
6
-
6
-
4
-
Elders schreef ik:
"Wij vergelijken niet met andere strafrechtadvocaten, omdat Jinek dat onderscheid niet maakt. Dat is niet een toevallige slordigheid van haar. Het gebeurt vrijwel standaard in "de media". De snijtafel reageert hier echter op de (letterlijke) tekst van Jinek door wat objectieve gegevens te laten zien, die niet passen bij haar aankondiging. Ik vind het wel degelijk zorgwekkend dat de wetenschap, de rechtspraak en de serieuze advocatuur al lang heeft geaccepteerd dat men in "de" media deze mensen als toppers aankondigt, terwijl er vrijwel niemand is, die serieus met dit soort onderwerpen bezig, is die ze als "de top" ziet. Ik vind het dan beter wat objectieve dingen aan te wijzen in plaats van gewoon maar te roepen dat het geen toppers zijn. Het is echter niet zo dat alleen de omvang en de salarissen maken dat ze niet top zijn. Er is nog wel wat meer aan de hand. Als een landelijke talkshow zegt: "Dit zijn de 3 top-artiesten van Nederland." verwachten we als kijker niet 3 countryzangers. Je kunt dan tegenwerpen dat een muziekkenner misschien juist van countryzangers houdt en dat helemaal "top" vindt, maar er zit toch echt wel een objectieve kant aan die term. Alle begrippen zijn natuurlijk te problematiseren, maar als een advocaat zegt dat hij bewust niet voor een "top5 kantoor" heeft gekozen, wordt echt niet gedacht aan de kleinere kantoren; ook niet door mensen die vinden dat de beste advocaten niet op de zuid-as zitten. Ook in de muziek zal een kenner misschien het liefst artiesten aanwijzen, die niet in de normale "top" staan, maar dan zal hij toch eerder zeggen "de beste" of iets dergelijks en de term "top" vermijden. Bij termen als "top 40" en dergelijke wordt toch vooral aan objectieve gegevens gedacht en niet aan de toevallige "top 40" van 1 persoon. Het is vreemd dat we als het ware steeds 3 countryzangers voorgeschoteld krijgen, die vooral gemeen hebben dat ze graag op tv komen; waarbij "de media" niet eens meer proberen uit te leggen dat er allerlei verschillende muziekgenres bestaan en dan zeg jij als het ware: "Je mag country niet met Armin van Buuren vergelijken". Ik vind dat een beetje naast het punt."
4
-
3
-
3
-
3
-
3
-
3
-
2
-
2
-
2
-
2
-
Wij vergelijken niet met andere strafrechtadvocaten, omdat Jinek dat onderscheid niet maakt. Dat is niet een toevallige slordigheid van haar. Het gebeurt vrijwel standaard in "de media". De snijtafel reageert hier echter op de (letterlijke) tekst van Jinek door wat objectieve gegevens te laten zien, die niet passen bij haar aankondiging.
Ik vind het wel degelijk zorgwekkend dat de wetenschap, de rechtspraak en de serieuze advocatuur al lang heeft geaccepteerd dat men in "de" media deze mensen als toppers aankondigt, terwijl er vrijwel niemand is, die serieus met dit soort onderwerpen bezig, is die ze als "de top" ziet. Ik vind het dan beter wat objectieve dingen aan te wijzen in plaats van gewoon maar te roepen dat het geen toppers zijn. Het is echter niet zo dat alleen de omvang en de salarissen maken dat ze niet top zijn. Er is nog wel wat meer aan de hand. Als een landelijke talkshow zegt: "Dit zijn de 3 top-artiesten van Nederland." verwachten we als kijker niet 3 countryzangers. Je kunt dan tegenwerpen dat een muziekkenner misschien juist van countryzangers houdt en dat helemaal "top" vindt, maar er zit toch echt wel een objectieve kant aan die term.
Alle begrippen zijn natuurlijk te problematiseren, maar als een advocaat zegt dat hij bewust niet voor een "top5 kantoor" heeft gekozen, wordt echt niet gedacht aan de kleinere kantoren; ook niet door mensen die vinden dat de beste advocaten niet op de zuid-as zitten. Ook in de muziek zal een kenner misschien het liefst artiesten aanwijzen, die niet in de normale "top" staan, maar dan zal hij toch eerder zeggen "de beste" of iets dergelijks en de term "top" vermijden. Bij termen als "top 40" en dergelijke wordt toch vooral aan objectieve gegevens gedacht en niet aan de toevallige "top 40" van 1 persoon. Het is vreemd dat we als het ware steeds 3 countryzangers voorgeschoteld krijgen, die vooral gemeen hebben dat ze graag op tv komen; waarbij "de media" niet eens meer proberen uit te leggen dat er allerlei verschillende muziekgenres bestaan en dan zeg jij als het ware: "Je mag country niet met Armin van Buuren vergelijken". Ik vind dat een beetje naast het punt.
2
-
2
-
2
-
2
-
2
-
Hey wat een goede comment!
Ik baseerde me op het Duitsland Instituut dat een hele reeks artikelen heeft over dat "onze euthanasie-wetgeving" totaal anders is dan in Duitsland. Ze hebben ook wat artikelen over de ontwikkeling rondom euthanasie in Duitsland, waarbij steeds de trend is dat de Duitse politiek geen enkele ruimte wil zien voor euthanasie, terwijl rechters en medici om meer ruimte vragen. Bij De snijtafel probeer ik niet al (te) vaktechnische bronnen te gebruiken, maar gewoon dingen te doen, die je in redelijkheid mag verwachten van de bron. Dus ik zoek dan bijvoorbeeld "euthanasie" en "Duitsland" op Google en ik gebruik eerder iets dat makkelijk op Wikipedia te vinden is dan een wetenschappelijk boek. De subtext is dan: "Je hoeft echt geen expert te zijn om dit even uit te zoeken." Toch is dat niet helemaal eerlijk, want ik zou mezelf ook weer geen leek noemen en dan weet je toch iets beter wat je moet googlen om vervolgens te roepen dat dit zo makkelijk te vinden is. Ik had "vroeger" hoge cijfers voor strafrecht en ook voor de Hoge Raad heb ik wel eens wat strafrechtelijke dingen uitgezocht. Ik geef echter meteen toe dat ik absoluut geen expert ben. Ik weet een beetje de weg in Tekst & Commentaar en bij Corstens. Bij de Hoge Raad kreeg ik wel eens iets mee uit de lezingen die daar georganiseerd werden. Dat is meer dan Jan met de Pet, maar - hopelijk - veel minder dan een echte "top-advocaat". Ik probeer echter voor De snijtafel niet te diep te duiken voor de kritiek, maar schiet juist op dingen, die eigenlijk vrij makkelijk te vinden zijn. Ik denk dat veel mensen weten dat Nederland - internationaal gezien - hele liberale euthanasie-wetgeving heeft, dus ik vind dat De snijtafel terecht mag "aanslaan" als een top-expert gewoon even (gemakshalve) roept over onze euthanasie-wetgeving dat je "dat ook in Duitsland hebt".
Mijn aantekening was dus dat het heel gek is om "zo maar" ons recht met het Duitse recht gelijk te stellen. Kasper vraagt me dan of de Duitsers ook zo'n bepaling hebben als wij. Dat leek me uitgesloten, omdat steeds zo benadrukt wordt dat - ook vanwege de gevoeligheden na de 2e wereldoorlog - Duitsers heel anders denken over euthanasie dan wij. Het leek me dus onzinnig om te stellen dat de Duitse euthanasie bepaling - ook maar in de verste verte - op de onze lijkt. Daarom durfde ik wel te zeggen dat Duitsland totaal iets anders heeft en dat er dus echt niet een vergelijkbare bepaling in Duitsland te vinden is. Maar ja; dan kom jij opeens roet in het eten gooien! Mooi gevonden.
Toch; zelfs nu je me op deze bepaling wijst, hou ik vol dat het gewoon onjuist is om te zeggen - zoals Spong doet - dat je ook zo'n bepaling (als 293 Sr in Nederland) hebt in Duitsland. In Duitsland is de variant van 293 niet 216, maar 217 en die is totaal anders dan "onze" bepaling. Ik ken overigens alleen dat nummer "217" uit een stukje van het Duitsland instituut over dat de rechter vindt dat 217 te ver gaat en in strijd is met de Duitse grondwet. Ik heb dus niet zelf het Duitse wetboek door zitten zoeken. Jij wijst me nu echter op 216 en daar komt - tot mijn stomme verbazing - inderdaad dat "uitdrukkelijke en ernstige verlangen" naar voren. Ik vond een stukje in Trouw dat de kritiek uit Duitsland op de Nederlandse regel daarom een taalkwestie is, omdat zij toch echt zoiets als 216 hebben. Ik denk dat dit maar deels klopt. 216 wil het tegenovergestelde van wat de Nederlandse wetgever wil. De Nederlandse wetgever wil dat euthanasie volgens de regels gaat en dat er dan geen straf wordt opgelegd. 216 wil waarborgen dat alle vormen van hulp bij sterven altijd strafbaar zijn; zelfs als het een uitdrukkelijk en ernstig verzoek is van het slachtoffer. Toch staat er inderdaad "uitdrukkelijk en ernstig" verlangen en kun je dan zeggen dat at the end of the day het strafmaximum toch lager is dan bij de "gewone" moord. Ik denk echter dat de Duitste rechter - volstrekt terecht - oordeelde dat die bepaling hier geen enkele rol speelt.
2
-
2
-
2
-
1
-
1
-
1
-
1
-
1
-
1
-
1
-
1
-
1
-
1
-
1
-
1
-
Je hebt gelijk dat ik niet zelf zou willen beweren dat "de top 10" altijd ook de beste advocaten heeft. Je bent bijvoorbeeld zelf een top-advocaat. De context is hier meer mijn verbazing dat heel Nederland structureel wordt wijsgemaakt - door shows als Jinek - dat 3 country-zangers de meest succesvolle artiesten van Nederland zijn. Dan krijg ik behoefte om aan te wijzen dat andere artiesten veel meer economisch succes hebben. Het is waar mijn verbazing begint over wat Jinek zegt en niet het begin van mijn eigen definitie van wat top is. Zoals ik elders hier schreef:
"Wij vergelijken niet met andere strafrechtadvocaten, omdat Jinek dat onderscheid niet maakt. Dat is niet een toevallige slordigheid van haar. Het gebeurt vrijwel standaard in "de media". De snijtafel reageert hier echter op de (letterlijke) tekst van Jinek door wat objectieve gegevens te laten zien, die niet passen bij haar aankondiging. Ik vind het wel degelijk zorgwekkend dat de wetenschap, de rechtspraak en de serieuze advocatuur al lang heeft geaccepteerd dat men in "de" media deze mensen als toppers aankondigt, terwijl er vrijwel niemand is, die serieus met dit soort onderwerpen bezig, is die ze als "de top" ziet. Ik vind het dan beter wat objectieve dingen aan te wijzen in plaats van gewoon maar te roepen dat het geen toppers zijn. Het is echter niet zo dat alleen de omvang en de salarissen maken dat ze niet top zijn. Er is nog wel wat meer aan de hand. Als een landelijke talkshow zegt: "Dit zijn de 3 top-artiesten van Nederland." verwachten we als kijker niet 3 countryzangers. Je kunt dan tegenwerpen dat een muziekkenner misschien juist van countryzangers houdt en dat helemaal "top" vindt, maar er zit toch echt wel een objectieve kant aan die term. Alle begrippen zijn natuurlijk te problematiseren, maar als een advocaat zegt dat hij bewust niet voor een "top5 kantoor" heeft gekozen, wordt echt niet gedacht aan de kleinere kantoren; ook niet door mensen die vinden dat de beste advocaten niet op de zuid-as zitten. Ook in de muziek zal een kenner misschien het liefst artiesten aanwijzen, die niet in de normale "top" staan, maar dan zal hij toch eerder zeggen "de beste" of iets dergelijks en de term "top" vermijden. Bij termen als "top 40" en dergelijke wordt toch vooral aan objectieve gegevens gedacht en niet aan de toevallige "top 40" van 1 persoon. Het is vreemd dat we als het ware steeds 3 countryzangers voorgeschoteld krijgen, die vooral gemeen hebben dat ze graag op tv komen; waarbij "de media" niet eens meer proberen uit te leggen dat er allerlei verschillende muziekgenres bestaan en dan zeg jij als het ware: "Je mag country niet met Armin van Buuren vergelijken". Ik vind dat een beetje naast het punt."
1
-
1
-
1
-
1
-
1
-
1
-
1
-
1
-
1
-
1
-
1
-
1
-
1
-
1