Comments by "" (@ewoutyolo) on "De snijtafel - Persconferentie over de coronapas (#72)" video.
-
O help! Een comment in “HET JURIDISCH!”. Kasper C. Jansen – bekend van de Snijtafel – waarschuwde me al dat hij vrijgeleide A-38 niet heeft weten te bemachtigen en daarom eigenlijk geen Juridisch mag spreken over de AVG. Kasper heeft vanwege de vele likes op je comment daarom een Akte van Vertlatinghe jegens mij opgesteld. De aanhef is “ zo waarlijk dope mij Jezus van Nazareth, Saluut!” Maar we moeten ook verder kijken. Diepgang. Ik hou hierbij jou - maar ook de andere commenters – daarom graag de kern van de akte voor:
“1.1 Herhaaldelijke, pertinent onheuse bejegening Hoogheid en getrouwen in functie en daarbuiten door slecht gemotiveerde uitlatingen te doen over de AVG;
1.2 Schriftelijke en mondelinge subversie van algemeen eerbaar burgerschap (A.E.B.) en de voorbatelijke protectie van ambtsgenoten bij gebrek aan zwaarwegend gewetensleed;
1.3 Het Nederlands recht is van toepassing, met dien verstande dat er géén kader is en de hier ingeroepen bepalingen uitsluitend zien op de heer Jansen en getoetst mogen worden aan 'wet noch morael noch rede' (Wilhelmus, geheim couplet 56)
* Dit is een vertaling van de oorspronkelijke Akte, opgesteld in het Juridisch. Een gedoopte tolk kan inzage krijgen in de oorspronkelijke akte na het doorstaan van de Drie Proeven van Heusheid.”
Voor vragen over de akte wil ik graag eerst een drievoudige verzendontvangstbevestiging ontvangen.
Nu dan verder in het JURIDISCH over deze geweldige AVG-comment! Veel dank! Het klinkt heel raak en komt op leken - vrees ik - heel deskundig over, maar het is natuurlijk inconsequente wartaal, omdat ik altijd gelijk heb en jij niet.
Het is voor "gepassioneerde privacy-juristen" vaak lastig onderscheid te maken tussen de eigen mening en het recht. Als het recht toevallig hetzelfde zegt als je eigen mening is dat echter eerder een reden om nog eens te kijken of je wel goed zit dan om tevreden te zeggen: “Mijn mening is toevallig ook het recht”.
Ten eerste: je wijst in de kern op de art. 29 working party guidelines als het gaat om nadere eisen aan de toestemming van werknemers. De art. 29 werkgroep (working party) is niets minder - en ook niets meer - dan een overleg tussen ambtenaren.
Oncontroleerbare ambtenaren vind ik echter geen party! Privacy-ambtenaren mogen natuurlijk met elkaar gaan feesten tot ze een ons wegen, maar alleen wat daadwerkelijk democratisch is vastgesteld, is verbindend. In de video beroepen wij ons echter ook op de verzamelde Europese toezichthouders; die inmiddels geen werkgroep meer zijn, maar een Privacy Board! Voor het gezaghebbende rechtsgeleerd magazijn Advocatie schreef ik eens dat die naamsverandering in feite doodeng is. In het Juridisch is het immers eigenlijk heel griezelig als ambtenaren, die gewoon maar een beetje met elkaar zitten te vergaderen, plots nieuwe regels kunnen afkondigen. Niet alleen is er dan geen enkele democratische legitimatie voor dat soort regels, maar veel erger nog: Hugo en Willy hebben dan niet eens iets afgetekend. Het is dus geeneens niet een AMvB!!!! Het is een beetje alsof Europa daadwerkelijk wordt ingericht volgens de angstdromen van Thierry Baudet; waarin bureaucraten uit Brussel belangrijker zijn dan de rechter of het parlement. Zie hier mijn slecht gemotiveerde opvatting daarover:
https://www.advocatie.nl/column/let-op-deze-column-is-binnenkort-van-kracht-bent-u-er-klaar-voor/
Maar goed dat is dus mijn eerste tegenwerping: ambtenaren zijn geen bestuurders!
Maar OK. Niet alles kan uitgelegd in zo’n video en we mogen er best vanuit gaan dat de gezamenlijke Europese toezichthouders opvattingen over de AVG verkondigen, die tenminste in officieel JURIDISCH te verdedigen zijn. Maar als je werkelijk zo gelooft in de geweldige mening van ongecontroleerde ambtenaren dan moet je primair het met ons eens zijn dat werkgevers meer ruimte hebben dan jij wilt! De recente specifieke opvatting van onze oncontroleerbare privacy-bestuurders over werknemers en corona; waar je het niet mee eens bent, gaat immers boven de algemene bedenkingen over toestemming van toen de ambtenaren nog een werkgroep vormden. Wij mogen die laatste - meest recente - opvatting best voorlezen; daar is niets onjuist aan.
Overigens: het is helemaal niet juist dat werknemers geen toestemming kunnen geven aan werkgevers in het kader van de AVG. De werkgroep heeft juist gezegd dat dit wel kan! De werkgroep heeft in feite gezegd daarover dat het wel echt om vrije toestemming moet gaan. In een hiërarchische relatie zijn daar vraagtekens bij te plaatsen. De werkgroep stelt dat van belang is of de werknemer i) een echte keuze heeft (ii) zich niet min of meer gedwongen voelt om toestemming te geven of (iii) niet geconfronteerd kan worden met nadelige consequenties als de toestemming zou worden onthouden. Dit is allemaal nog - redelijke - uitleg van het begrip toestemming. Het is echter uitleg, die de rechter - totaal - niet bindt. De ambtelijke feest-opmerking over dat hierarchische relaties in beginsel aan vrije toestemming in de weg staan, voert - denk ik - veel te ver. De rechter kan gewoon aan de slag met het begrip toestemming uit de AVG en vaststellen of werkelijk sprake is van toestemming; rekening houdend met alle omstandigheden van het geval. De werkgroep kan geen bewijsvermoedens in het recht introduceren. In de Nederlandse rechtszaal zal een werknemer, die stelt dat zijn toestemming in feite geen vrije toestemming was, de bewijslast moet dragen voor een dergelijke stelling of oncontroleerbare ambtenaren dat nu leuk vinden of niet.
Kasper stelt verder gewoon vast dat in 1 van de uitzonderingen voor werkgevers, waarbij geen toestemming nodig is om persoonsgegevens te verwerken, niet alleen re-integratie staat, maar ook "begeleiding in verband met ziekte". Daar kan je privacy-hart wellicht niet harder van gaan kloppen, maar het is niet onjuist om voor te lezen.
Over het gebrek aan wettelijke grondslag dat je constateert, denk je - denk ik - te ingewikkeld. Zoals we ook met de grondwet laten zien, kunnen vrij algemene bepalingen dienen als grondslag. Kijk bijvoorbeeld eens in een uitspraak waarin overdreven AVG-onzin van een werknemer resoluut wordt afgewezen (ECLI:NL:RBAMS:2019:2166). Ik vrees dat het een uitspraak is waar “privacy-juristen” het vermoedelijk niet zo mee eens zullen zijn, omdat wie kiest voor privacy als specialisatie nu eenmaal geneigd is dat belang zwaarder te wegen dan de rechter, die wel naardere dingen voorbij ziet komen dan een werknemer met geschonden privacy. Opvallend is dat de rechter sterk meeweegt dat de werkgever op grond van artikel 3 Arbowet de verplichting heeft om zorg te dragen voor de veiligheid en gezondheid van werknemers inzake alle met de arbeid verbonden aspecten en op grond van 7:611 BW (goed werkgeverschap) gehouden is om maatregelen te treffen indien hij vermoedt dat sprake is van grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer. Alle vorderingen van de werknemer werden afgewezen. Vond jij die uitspraak terecht?
Hoe dan ook: ik hou staande dat werkgevers een goede kans maken om vrije toestemming te vragen of zich met succes op een bijzondere uitzondering te beroepen. Echter: we bespreken in de kern wat Hugo zegt en of dat klopt. Wil jij in dat verband nu werkelijk beweren dat er “geen registraties zijn” van bijzondere persoonsgegevens of dat de AVG ook maar iets strengs zegt over werknemer-werkgever relaties of dan pas in werking treedt? Wil je ontkennen dat de werkgever juist tal van extra uitzonderingen heeft ten opzichte van de kroegbaas en dus makkelijker – en niet moeilijker – onze privacy kan schenden? Welke concrete juridische uitlating van ons klopt er nu eigenlijk niet?
15
-
7
-
6
-
2
-
1